1.1 Algemeen
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Richtlijn 640 voor de Jaarverslaggeving,uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ 640 Organisaties zonder winststreven).
De waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd op de historische kosten en kostprijzen.
Activa en passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde of de actuele waarde, tenzij anders vermeld.
Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de nominale waarde.
In de balans en de staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
1.2 Beleggingen
Beleggingen in landerijen en andere onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde (marktwaarde).
De marktwaarde wordt onder meer gebaseerd op beschikbare marktgegevens.
De marktwaarde van het overig onroerend goed wordt bepaald op basis van tien maal de huurwaarde.
Beleggingen in effecten worden gewaardeerd op beurswaarde.
Beleggingen in spaarrekeningen worden gewaardeerd op nominale waarden en worden thans gehouden bij de bank.
1.3 Voorzieningen
Algemeen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen.
Voorziening onderhoud onroerend goed
De voorziening voor onderhoud van onroerende zaken is bepaald op basis van de over een periode van tien jaren verwachte onderhoudsuitgaven, conform een advies van een externe adviseur (architect).
Het laatste onderhoudsplan is in 2014 verlopen. Het surplus wordt momenteel gebruikt voor onderhoudsuitgaven.
Voorziening pensioenverplichtingen
Er is een pensioenvoorziening in eigen beheer voor één persoon.
1.4 Risicoparagraaf
Prijsrisico
De stichting heeft geen activa of passiva die onderdeel uitmaken van een actieve handelsportefeuille. Het prijsrisico isdientengevolge nihil. Er is wel een prijsrisico voor de beleggingen. Dit risico wordt, met het oog op het met de beheerderovereengekomen profiel, laag geacht. Het prijsrisico ten aanzien van beleggingen in landerijen en onroerend goedwordt op basis van historische ontwikkelingen ook laag geacht, deze beleggingen maken tevens geen deel uitvan een actieve handelsportefeuille.
Rente- en kasstroomrisico
Met betrekking tot zowel de vorderingen als de schulden zijn geen renterisico’s afgedekt door (afgeleide) financiële producten zoals renteswaps. De stichting heeft geen rentedragende schulden.
Kredietrisico
De stichting heeft geen significante concentraties van kredietrisico’s. De liquide spaartegoeden van bijna 3.860.000 euro staan bij een Nederlandse bank en maken onderdeel uit van de beleggingsportefeuille. De liquide middelen van 1.524.272 euro staan bij een andere Nederlandse bank.
Liquiditeitsrisico
De liquiditeitspositie van de stichting is dusdanig dat een liquiditeitsrisico vrijwel nihil is. Tevens heeft het College van Regenten de mogelijkheid om het donatiebudget bij te stellen indien dit noodzakelijk wordt geacht.
2.1 Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengst van beleggingen en overige baten enerzijds en de verstrekte giften en kosten en andere lasten over het jaar anderzijds. Opbrengsten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben; kosten zodra ze voorzienbaar zijn.
3.1 Beleggingen
Landerijen
Het beleid is erop gericht vrijkomende gelden bij verkoop te herbeleggen in landerijen.
Onroerende zaken
Het overig onroerend goed bestaat uit panden in de binnenstad van Amsterdam. De waardering bedraagt 2.045.340 euro. Al het onroerend goed is langdurig verhuurd.
Effecten
Het beheer van het vermogen is ondergebracht bij een professionele vermogensbeheerder die binnen het mandaat dat jaarlijks kan worden vernieuwd, zelfstandig het vermogen belegt in effecten. In november 2014 is het beheer van het vermogen voor langere periode ondergebracht bij Cambridge Associates. Volgens het aan de beheerder afgegeven mandaat worden beleggingen gespreid over 4 effecten klassen, zijnde ”growth drivers” (40-60%), ”diversifiers” (25-45%), ”inflation hedges” (5-20%) en ”deflation hedges” (5-20%).
Gegeven het mandaat is de samenstelling van de effecten portefeuille ultimo 2017 en 2016 als volgt:
Effectenrekeningen
De effectenrekeningen vormen onderdeel van de beleggingsportefeuille.
3.2 Vaste activa
De vaste activa bestaan uit de inventaris automatisering en telefonie die in 2013 zijn aangeschaft. In 2016 zijn een nieuwe laptop en een koffiezetapparaat aangeschaft.
Afschrijvingsstaat
3.3 Langlopende vorderingen en overlopende activa
Dit betreft drie leningen aan sociale ondernemingen:
- Eén lening van 35.000 euro met een looptijd tot 1 januari 2020 tegen een rentepercentage van 3%.
- Eén lening van 100.000 euro met een looptijd tot 1 juli 2021 Tegen een rentepercentage van 3%.
- Eén renteloze lening van 2.000 euro met een looptijd tot 2021.
- Eén renteloze lening van 10.000 euro met een looptijd tot 2025.
3.4 Vorderingen en overlopende activa
3.5 Eigen Vermogen
Het eigen vermogen van de stichting bestaat uit de Algemene Reserve en het bestemmingsfonds Henriëtte Hofje.
Algemene reserve
Bestemmingsfonds Henriëtte Hofje
In 2013 heeft de stichting Henriëtte Hofje te Amsterdam een vermogen van 2.144.699 euro aan onze stichting overgedragen als Fonds in beheer met het verzoek om dit vermogen volgens de doelstelling ‘ondersteuning kwetsbare ouderen’ te beheren en de revenuen als donaties te besteden. In 2016 is het vermogen definitief overgedragen als Fonds op Naam naar het vermogen van stichting RCOAK.
De verloopstaat van dit bestemmingsfonds is als volgt:
3.6 Fonds in beheer Henriëtte Hofje
In 2016 is het vermogen definitief overgedragen als Fonds op Naam naar het vermogen van stichting RCOAK.
Fonds in beheer Henriëtte Hofje
3.7 Voorzieningen
Onderhoud onroerend goed
In 2017 heeft divers groot onderhoud plaatsgevonden. De bedragen zijn afgeboekt van de voorziening onderhoud onroerend goed. Het reguliere onderhoud is begrepen in het resultaat over het boekjaar 2017.
Pensioenverplichtingen
3.8 Langlopende schulden en overlopende passiva
Overige
Voor akkerland in Noord-Holland is een 30-jarig afkooprecht van erfpacht ontvangen ter grootte van 309.375 euro.Voor landbouwgrond in de Noord-Oost polder is in 2013 een 40-jarig afkooprecht van erfpacht ontvangen ter grootte van 993.813 euro. Voor landbouwgrond in Flevoland is in 2015 een 35-jarig afkooprecht van erfpacht ontvangen ter grootte van 435.000 euro. De opbrengsten zijn geboekt als vooruit ontvangen bate onder overige en vallen gedurende de erfpachtsperiode vrij ten gunste van de landerijen. De voorziene vrijval na 2017 isgeboekt onder 3.8 langlopende schulden en overlopende passiva. De voorziene vrijval in 2017 is geboekt onder 3.9 kortlopende schulden en overlopende passiva.Voor twee percelen akkerland in Noord-Holland, welke in 2012 zijn aangekocht, is in 2012 een 30-jarig afkooprecht van erfpacht ontvangen ter grootte van 150.795 resp. 463.718 euro. Deze opbrengstenzijn in 2012 ten onrechte ineens ten gunste gekomen van het resultaat. In 2015 heeft hiertoe een correctie plaatsgevonden. De nog vrij te vallen opbrengsten zijn geboekt als vooruit ontvangen bate onder overige en vallen, ingaande 2012, in 30 jaar vrij ten gunste van de landerijen.
3.9 Kortlopende schulden en overlopende passiva
Overige
Betreft onder andere nog te betalen facturen aan de vermogensbeheerder, te betalen facturen aan overige leveranciers, loonheffing december, vakantiegeld verplichting en nog vrij te vallen vooruitontvangen erfpacht in 2017.
4.1 Beleggingen
De directe opbrengsten in 2017 uit beleggingen (dividend, pacht, huur en rente) bedroegen 464.395 euro. In het boekjaar2016 was dit 432.817 euro.
4.2 Vrijgevallen donaties
Dit betreft toegekende giften die niet, niet tijdig of niet volledig zijn opgevraagd. De vrijvallen betreffen 436.692 euro in het lopende boekjaar en in het voorgaande jaar 174.220 euro.
4.3 Diverse baten
Het betreft hier voornamelijk posten met betrekking tot voorgaand jaar.
4.4 Donaties
In 2017 werd aan donaties 2.944.782 euro toegekend. Dit is 113,3% van het afgesproken donatiebudget voor 2017. In de donaties zijn de donaties ten laste van de Stichting Henriëtte Hofje inbegrepen. De last van deze donaties is via de resultaatverdeling ten laste gebracht van het bestemmingsfonds Henriëtte Hofje. Van de donaties is € 2.842.289 via het pakket Kristal verwerkt en € 102.493 betreft overige bestedingen (donaties) ten laste Henriëtte Hofje.
4.5 Salarissen en sociale lasten
Ultimo 2017 had de stichting twee medewerkers in dienst ( 1,9 fte’s); in 2016 waren er 3 medewerkers (2,4 fte’s) in dienst. De overige personeelskosten in 2017 bestonden uit een cursus, reiskosten en onkostenvergoedingen. De salarissen zijn gebaseerd op het Bezoldigingsbesluit burgerlijke Rijksambtenaren. Op grond van de vrijstelling zoals vermeld in art. 383.1 BW 2.9 is vermelding van het directiesalaris achterwege gebleven. Het College van Regenten werkt onbezoldigd.
4.6 Bureau- en beheerkosten
Adviezen, rapporten en controle bevat kosten voor de accountantscontrole, screening van nieuw personeel, notariskosten.en administratiekosten door derden. Bureau en automatisering bevat onder andere kosten voor ICT (ondersteuning) en beveiliging. Overige zijn hoofdzakelijk representatie-, reiskosten en het jaarlijks terugkerende vriendenmaal.
4.7 Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen effecten
De koersverschillen effecten bedroegen 3.804.208 euro positief. In 2016 was er een positief koersverschil van 6.377.275 euro. De koersverschillen effecten zijn via het resultaat naar het eigen vermogen geboekt. Beleggingen vinden plaats in euro en dollars. In de koersverschillen effecten is de koerswinst van 108.836 euro voor het belegde kapitaal van Stichting Henriëtte Hofje meegenomen. Deze winst is via de resultaatverdeling ten gunste van het bestemmingsfonds Henriëtte Hofje gebracht.